De Philodromidae hebben een vrij plat en slank lichaam en opzij gerichte poten, waarbij pootpaar II het langst is. In tegenstelling tot de Thomisidae is pootpaar IV niet opvallend korter dan het eerste. Ze zijn vrij jagend en gaan actief op prooien af die zich in de buurt bevinden, zonder af te wachten tot de prooi binnen direct bereik komt. In Europa komen zo’n 80 soorten voor.
Genus Philodromus
De spinnen van dit genus zitten vaak rustig en goed gecamoufleerd in hun omgeving te wachten op een prooi. Ze kunnen echter bliksemsnel op een prooi afgaan of zich uit de voeten maken bij verstoring. De camouflage is soms verbluffend, mede omdat sommige soorten hun lichaamskleur kunnen aanpassen aan de omgeving.
Genus Pulchellodromus
Genus Rhysodromus
Genus Thanatus
Deze spinnen zijn minder plat dan die van het genus Philodromus. Het abdomen is langwerpig en heeft bij alle soorten een duidelijke hartvlek. De spinnen leven op de grond en tussen lage vegetatie. Sommige soorten komen voor in een zandige omgeving en andere juist in een vochtig gebied.
Genus Tibellus
Dit is een afwijkend genus in de familie. De spinnen zijn zeer langwerpig en hebben een rond carapax en lange poten. Ze zitten voornamelijk op lange grassen en herinneren door hun gestrekte houding aan de Tetragnathidae. Het verschil met deze spinnen is echter dat de stand van de ogen anders is, de cheliceren van normale grootte zijn en ze nooit een metaalglans hebben. In rust nemen ze een typische, gestrekte houding aan waarbij pootpaar I en II languit naar voren liggen, pootpaar IV languit naar achteren ligt en pootpaar III om de grasstengel geklemd is.
