Door hun lange poten worden de Trilspinnen vaak verward met Hooiwagens (Opiliones). Deze dieren behoren wel tot dezelfde Klasse van Spinachtigen, echter tot een andere Orde dan de Spinnen. Trilspinnen zijn hiervan duidelijk te onderscheiden door de bouw van hun lichaam, dat in tegenstelling tot de Hooiwagens uit twee delen bestaat in plaats van een. De Trilspinnen hebben hun naam te danken aan hun zeer snelle, trillende bewegingen wanneer ze verstoord worden. In Europa komen ongeveer 40 soorten voor.
g-gallery gid=”25101″]
Genus Holocnemus
Deze spinnen zijn iets kleiner dan die van het genus Pholcus en maken een onregelmatig tapijtweb tussen vijgcactussen of in muren. Ze komen voornamelijk in Zuid–Europa voor.
Genus Pholcus
Deze spinnen maken een los, warrig web in voornamelijk hoeken in gebouwen. De verscheidene uren durende paring vindt meestal in het voorjaar plaats, waarna het vrouwtje de door een vloeistof aan elkaar klevende eitjes in een eenvoudige cocon legt. Deze bestaat uit slechts enkele spinseldraden. Het vrouwtje draagt deze cocon met haar cheliceren rond tot de eitjes uitgekomen zijn. Daarna zet ze de jonge spinnetjes af in het web.
Genus Spermophora
Deze kleine spinnen (2–3 mm) hebben een rond achterlichaam en zijn, op een paar zwarte vlekken hierop na, egaal van kleur. De ogen staan in twee groepjes van drie en in die groepjes zo dicht op elkaar dat het lijkt of de spin slechts twee grote onregelmatige ogen heeft.