Theridiidae (Kogelspinnen)

De Kogelspinnen behoren tot een van de meest soortenrijke spinnenfamilies van Europa en hebben vaak een typisch kogelvormig lichaam. Het zijn kleine tot middelgrote, vaak glanzende spinnen. Ze maken onregelmatige webben die grofweg in twee typen zijn te verdelen, een grofmazig web met onderling verbonden draden die alle kanten op gaan en een web met in het midden een dichter geweven mat. In Europa komen zo’n 220 soorten voor, waaronder de beruchte Europese Zwarte Weduwe (Latrodectus tredecimguttatus).


Genus Anelosimus

Anelosimus kan van de andere Theridiidae onderscheiden worden door de donkere middenband op het abdomen die aan de voorkant het donkerst is. De spin maakt een grofmazig web met kruisende draden in struiken of lage planten. Het web is aan de buitenkant bezet met vangdraden die met kleefdruppels zijn bedekt.


Genus Argyrodes

De spinnen van het genus Argyrodes zijn ook wel bekend als diefspinnen. Ze verblijven in of vlak naast het web van andere, grotere spinnen zoals Cyrtophora citricola en stelen daar de kleinere prooien of bij gelegenheid zelfs de ingesponnen prooien uit de schuilhoek van de webeigenaar. Wanneer de spin een web bewoont van een Argiope -soort, dan wacht zij soms tot de webeigenaar een prooi heeft gevangen en deze heeft ingesponnen. Daarna nadert ze voorzichtig en gaat aan de andere kant van de prooi meezuigen. In zeldzame gevallen bemerkt de webeigenaar de diefstal en verjaagt Argyrodes of eet haar op.


Genus Asagena

Deze kleine tot middelgrote spinnen zijn sterk verwant aan de soorten van het genus Steatoda, waarbij ze voorheen ook werden ingedeeld.


Genus Crustulina

Deze spinnen zijn zeer klein (2 mm) en hebben talrijke kleine bobbeltjes op hun carapax waardoor ze een ruw uiterlijk krijgen. Ze maken kleine webben onder bijvoorbeeld stenen. De paring vindt plaats in het voorjaar en in de zomer, waardoor er twee generaties per jaar zijn.


Genus Dipoena

De kleine spinnen van dit genus zijn relatief zeldzaam. De koppartij van het carapax is verhoogd, vooral bij de mannetjes. De spinnen jagen waarschijnlijk bijna uitsluitend op mieren.


Genus Enoplognatha

Dit genus bestaat uit spinnen die uiterlijk zeer weinig van elkaar verschillen. Alle mannetjes van dit genus hebben met elkaar gemeen dat ze opvallend lange, uiteenwijkende cheliceren bezitten met lange giftanden en aan de binnenkant een scherpe punt.


Genus Episinus

Deze spinnen wijken in uiterlijk sterk af van de andere Theridiidae doordat het abdomen een driehoekige vorm heeft en vrij vlak is. De spin maakt ook een opvallend minimalistisch web dat bestaat uit slechts drie draden en vaak de vorm heeft van een ingesnoerde letter H. Het onderste deel van de twee hoofddraden is bezet met kleefdruppeltjes.


Genus Euryopis

Het abdomen van deze spinnen loopt aan de achterkant puntig toe. Ze maken geen web, maar jagen vrij op mieren en andere kleine kruipende insecten die ze vangen door ze te immobiliseren met zijdedraden. Daarna bijt de spin de prooi.


Genus Heterotheridion

Over deze spinnen is helaas erg weinig informatie beschikbaar. Het genus bestaat sinds 2008 en bevat wereldwijd slechts één soort.


Genus Neottiura

De kleine spinnen van het genus Neottiura hebben een ovaal abdomen en carapax. De mannetjes hebben op het sternum een centrale tuberkel.


Genus Paidiscura

Over deze kleine spinnen is helaas erg weinig informatie beschikbaar. Dit genus bevat wereldwijd slechts vier soorten, waarvan er in Europa drie voorkomen.


Genus Parasteatoda

De spinnen van dit genus hebben een bijna rond abdomen met meestal een kleine uitstulping aan de achterkant, waar de spintepels liggen. Het carapax is ovaal van vorm.


Genus Phylloneta

Over deze spinnen is helaas erg weinig informatie beschikbaar. Het genus bevat wereldwijd vijf soorten.


Genus Platnickina

Dit genus was tot 2008 bekend onder de naam Keijia, waarna het is omgenoemd naar Platnickina. Over de spinnen van is helaas erg weinig informatie beschikbaar. In Europa komen slechts twee soorten voor.


Genus Steatoda

De spinnen van dit genus zijn zeer gevarieerd in uiterlijk, maar hebben bijna allemaal een witte of licht gekleurde, gebogen band langs de voorkant van het abdomen. Ze maken een grofmazig web met naar boven en beneden lopende draden. De onderste draden hebben kleefdruppels. De spinnen van het genus Steatoda staan ook wel bekend als Valse Weduwen aangezien ze qua uiterlijk in meer of mindere mate lijken op de (Europese) Zwarte Weduwe. Deze spin behoort echter tot een ander genus, genaamd Latrodectus.


Genus Theridion

De meeste spinnen van dit genus hebben een kenmerkende tekening op het abdomen, die door de driehoekige vormen wel doet denken aan een versimpelde kerstboom. Het web is grofmazig en koepelvormig met in het midden een komvormig schuilspinsel. De jonge spinnetjes komen in augustus uit en krijgen in het begin mond op mond voedsel van hun moeder. Later sterft ze en dient ze meestal zelf als voedsel voor de jonge spinnetjes.